


In de loop van de jaren tachtig was de gemeente pas bereid om naar de wensen van de bewoners te luisteren. De buurt wilde op de lege vlakte die was ontstaan door de volledige afbraak van het gebied tussen de Valkenburgerstraat en de Rapenburgerstraat en het dempen van de Markengracht weer een woonbuurt met kleinschalige bedrijvigheid terugzien.



De opgave was om de gevelwanden aan de zeer drukke, doorgaande Valkenburgerstraat en de rustige Rapenburgerstraat in één blok onder te brengen. Hier schoot de gemeentelijke Woonatlas te hulp waarin een hele waaier aan nieuwe, op eigentijdse lifestyles gebaseerde woningtypen werd geïntroduceerd. In workshopverband werden in 1991 onder leiding van Hans van Beek door vijf gastarchitecten reeksen ‘stempels’ ontwikkeld die tientallen verschillende woningplattegronden bevatten. Als gevolg van herhaaldelijke aanpassingen door de gemeente van de verkeerskundige en stedenbouwkundige plannen voor het gebied konden pas in 1999 de bewoners het complex betrekken.
Aan de kant van de Valkenburgerstraat heeft de gevelwand de allure van een grootsteedse boulevard. Aan de Rapenburgerstraat is de gevelwand juist zeer beheerst en uitgebalanceerd. Het lange blok wordt onderbroken door een tweetal semi-openbare pleintjes en drie binnenhoven bestemd voor de bewoners. Dit zijn feeërieke, met waterpartijen en beplanting ingerichte plekken die voor de ogen van de voorbijgangers verborgen blijven.







