Een eigen hart is het uitgangspunt voor de scholen. In de centrale hallen komt de specifieke identiteit van elke school tot uitdrukking. Elke school heeft een hal: een hoge ruimte met een brede centrale trap en de aula. Door de aula te koppelen met de hal ontstaat niet alleen een boeiende ruimtelijke compositie, maar ook een multifunctionele plek voor knutselen, overblijven, themafeesten, schooltheater, sinterklaas etc. Rondom deze centrale hal bevinden zich de onderwijsclusters. Elke cluster heeft een centrale ruimte, als uitloop van de lokalen. Hier kan gespeeld en zelfstandig gewerkt worden. Met deze ruimte kan flexibel worden ingespeeld op huidige en toekomstige behoeften in het onderwijs. Elke cluster heeft een aparte entree zodat de stroom van kinderen in kleinere groepen kan worden gedeeld, waardoor ook de kleinste kinderen zich op hun gemak kunnen voelen. Aan de noordoostzijde van de school ligt een plein waar de grootste kinderen kunnen spelen.
Naast de Brede school bestaat het complex uit 47 woningen rond en boven de school. Zo zijn er grote maisonnettes met dakterrassen gesitueerd boven de school. De woningen zijn bereikbaar via brede houten lopers over het dak van de school. Aan het water staan stadshuizen, bereikbaar vanaf een autoluwe straat. De toren die fungeert als landmark, heeft twee appartementen per laag. Georiënteerd, onder meer door grote balkons, op het weidse uitzicht. Door het plaatsen van woningen op en naast de school wordt de grond dubbel gebruikt en de sociale veiligheid en levendigheid verhoogd. Daarbij is het wel belangrijk te onderkennen dat kinderen veel lawaai kunnen produceren. De woningen zijn daarom zodanig ontworpen dat de bewoners hiervan zo min mogelijk last ondervinden.
Het parkeren is overdekt opgelost tussen de twee woonblokken. Bovenop de garages wordt gespeeld.