


De zes architecten waren overigens niet de eerste buitenlandse ontwerpers die hun stempel op het terrein zouden drukken. In 1810 maakte de Franse genie-officier Picot de Moras het ontwerp voor de 276 (!) meter lange kazerne, dat door stadsbouwmeester Abraham van der Hart verder werd uitgewerkt. De restauratie en het hergebruik van dit indrukwekkende monument, gelegen tussen twee zeventiende-eeuwse bolwerken aan de Singelgracht, waren leidend voor het stedenbouwkundig ontwerp.
Wel vroeg dit om een aangepast nieuwbouwplan voor de woningen op het ervoor gelegen exercitieterrein – dat in totaal driehonderd bij negentig meter groot is. Niet alleen de uitgesproken symmetrie van het kazernegebouw, maar ook de schuin wegschietende zichtlijn richting de Linnaeusstraat en de rechte Singelgracht zijn belangrijke uitgangspunten voor het stedenbouwkundige plan van atelier PRO.
Naast de zes torens komen in het plan nog drie verschillende bouwvormen voor: de boog, het carré en het blok. Twee van de torens staan los, de andere staan als het ware op de laagbouw. Daarbij zijn het bewust niet de twee torens langs de centrale as die het hoogst zijn, maar juist de torens aan de gedeeltelijk bebouwde zijas. De verschillende woningplattegronden en de zeer uiteenlopende (Amsterdamse) inspiratiebronnen zorgen voor variatie in de gevels van de torens - die door hun maatvoering en materiaalgebruik toch een compositorische eenheid zijn.










