


Inmiddels is de Brede School gemeengoed, maar in 2001 was dit een nog relatief nieuw concept binnen het onderwijs. Uitgangspunt in dit ontwerp was om beide scholen een eigen hart te geven, en ruimtes te laten delen waar dat kon. De scholen hebben ieder hun eigen centrale hal, waar de specifieke identiteit van elke school tot uitdrukking komt: een hoge ruimte met een brede centrale trap; deze hal is verbonden met de aula. Door de aula te koppelen met de hal ontstaat niet alleen een boeiende ruimtelijke compositie, maar ook een multifunctionele plek voor knutselen, overblijven, themafeesten, schooltheater, sinterklaas etc.
Rondom deze centrale hal bevinden zich de onderwijsclusters. Elk cluster heeft een centrale ruimte, als uitloop van de lokalen, waar gespeeld en zelfstandig gewerkt kan worden. Met deze ruimte kan flexibel worden ingespeeld op huidige en toekomstige behoeften in het onderwijs. Elk cluster heeft een aparte entree zodat de stroom kinderen in kleinere groepen kan worden opgedeeld, waardoor ook de kleinste kinderen zich op hun gemak kunnen voelen. Aan de noordoostzijde van de school ligt een plein waar de grootste kinderen kunnen spelen.



Naast de Brede School bestaat het complex uit 47 woningen rond en boven de school. Zo zijn er grote maisonnettes met dakterrassen; deze woningen zijn bereikbaar via brede houten lopers over het dak van de school. Aan het water staan stadshuizen, bereikbaar vanaf een autoluwe straat. De toren fungeert als landmark en heeft twee appartementen per laag die - onder meer door grote balkons - georiënteerd zijn op het weidse uitzicht.
Door de woningen op en naast de school te situeren wordt de grond dubbel gebruikt en de sociale veiligheid en levendigheid verhoogd. Daarbij is het wel belangrijk om mee te nemen dat kinderen veel lawaai kunnen produceren. De woningen zijn daarom zo ontworpen dat de bewoners hiervan zo min mogelijk last hebben. Parkeren gebeurt overdekt, tussen de twee woonblokken; bovenop de garages wordt gespeeld.







